Mannen en hun scheuten
De fascinatie wie 'de grootste' heeft begint bij jongens al vroeg. Op volwassen leeftijd verschuift de aandacht (normaal gesproken) naar andere materiële zaken zoals inkomen, huis en dergelijke. In mijn geval -enigzins ongewoon misschien- naar het verlangen om de hoogste en dikste bamboestengel te kweken. Ik sta daarin niet alleen, en houd mijn 'concurrenten' nauwlettend in de gaten.
Maatstaf
Na de topzomer van 2003 komen her en der verbazend dikke bamboescheuten uit de grond omhoog. Voor veel bamboeliefhebbers spreekt reuzenbamboe zoals die bijvoorbeeld in La Bambouseraie van Anduze is te bewonderen, erg tot de verbeelding. Een Phyllostachys van meer dan 20 meter hoog en minstens 10 tot 12 cm dik: dat is waar sommige bamboefielen van dromen! De P. pubescens (syn. P. edulis) die zulke afmetingen inderdaad kan bereiken, doet dat in ons klimaat vooralsnog niet. Mijn pubescens is na 8 jaar nog steeds 150 cm hoog en maakt massa’s dunne stengels. Het lijkt eerder een Sasa dan een Phyllostachys! Al bladerend in boeken en brochures lees ik, dat P. pubescens extreem veel voeding moet krijgen om echt groot te worden, en misschien dat een regelmatige overbemesting na enkele jaren ook hier tot dikke(re) scheuten kan leiden. In Bokrijk, (België nabij Hasselt) zijn zaailingen na lange tijd slechts een meter of 4 hoog maar wel erg sierlijk. Op dit moment is mijn hoop echter gevestigd op P. vivax en haar vormen. Toen ik begin juni een email kreeg van Peter Ball (van kwekerij Boryana) waarin melding gemaakt werd van een enorme scheut van P. vivax ‘Huanwenzhu’ die 60 mm dik was geworden, en dat op nauwelijks een vierkante meter!, ging ik meteen kijken en fotograferen. Apetrots was Peter – terecht – op zijn recordscheut die, ongeveer op ooghoogte tussen 2 knopen gemeten, maar liefst 60 mm dik was. Ik heb het nagemeten met een schuifmaat en het was waar. Op dat moment schommelde de diameter van mijn eigen Huanwenzhu die alle ruimte kreeg, 'slechts' tussen 45 en 55 mm. Ik drong er bij Peter op aan om het geheim van de smid te openbaren. De standplaats van zijn bamboe is heel gunstig: in de rechte hoek van twee muren en op de zon. Peter vertelde dat hij nota bene onlangs nog stukken rhizoom van zijn plant had afgehaald om deze geweldige bamboe te vermeerderen. Zou zulke ingrijpende snoei de plant - tegen mijn verwachting in – toch aanzetten tot de productie van extreem dikke scheuten? De septic tank die zich schuin onder de bamboe bevindt, zou ook een bron van extra voeding kunnen zijn. Zeer zware bemesting is misschien wel een voorwaarde voor kampioenscheuten. De kolossale vivax-scheuten van Jaques Vandooren uit Tienen, Belgie zijn naar zijn zeggen het resultaat van zomerse bevloeiing in combinatie met een royale bemesting tijdens de groei. Jaques is medicus: behalve zijn patienten legt hij ook zijn vivax aan een soort infuus… Inderdaad blijkt uit research in Australië dat men vlak voor, tijdens en na de scheutontwikkeling het equivalent van 2000 mm regen moet geven als bevloeiing. Dat betekent van april tot en met augustus dagelijks een emmer water op elke vierkante meter!!! In ons koelere klimaat moeten wij dat wellicht halveren, maar dan nog zijn dit indrukwekkende hoeveelheden. Op bodems die van nature drassig zijn of slecht afwateren, moeten we vanzelfsprekend erg terughoudend zijn met het geven van extra water. Bamboe mag nooit drassig staan. Tijdens het schrijven van dit artikel komt er als toegift nog een hele dikke scheut met een haast bovennatuurlijke groeikracht omhoog: met een diameter van 68 mm is dit in mijn tuin waarlijk een kwantum sprong! Bij droog weer geef ik nu steevast extra water.
Omgewaaid
Helaas helaas is in september bij een voor deze tijd ongewoon harde wind mijn allerdikste halm omgewaaid. Misschien was de bemesting te overdadig. Het kan ook zijn dat door de koele en buitengewoon natte augustusmaand de nieuwe halm nog te sappig en te weinig verhout was. Ik heb de halm weer overeind getrokken en vastgemaakt aan de andere halmen, maar de verbinding met het rhizoom is erg slecht en ik vrees dat deze kampioen niet meer verder kan afrijpen.
Er zijn nog meer factoren van belang voor het werkelijk volwassen worden van reuzenbamboe: ruimte en tijd. Hoe meer ruimte de bamboe heeft voor de rhizomen, hoe groter de halmen kunnen uitgroeien. En hoe langer een bamboe ergens groeit, hoe groter hij kan worden. Dit is goed te zien aan de P. nigra Boryana in Bokrijk, die nu uitzonderlijk dikke halmen heeft gemaakt van meer dan 8 cm dik en tegen de 12 meter hoog (geschat). Als u wilt gaan kijken, zult u zien dat deze majestueuze plant nog altijd hardnekkig P. nigra Henonis wordt genoemd, maar laat u daar door niet verwarren. Doordat deze plant aan het water groeit, is er altijd voldoende vocht beschikbaar. De verzorging is overigens minimaal; de plant moet nodig uitgedund worden, en bij extra bemesting zou de plant wellicht nog forser kunnen worden.
Nederlands record
Ongekroond koning lijkt nog altijd Jos van der Palen met zijn indrukwekkende Phyllostachys vivax van 70 mm dik. Hij heeft het voordeel van iets meer warmte en een iets langer groeiseizoen. Daar tegenover staat de beperkte ruimte die elke plant heeft, en de arme zandgrond waar heel veel aan wordt verbeterd. Hier in Steenwijkerwold blijkt de zware keileem vruchtbaar genoeg te zijn en er is meer ruimte voor de planten. Nadelig is echter het kortere groeiseizoen en de gemiddeld iets lagere temperaturen. De kleffe structuur van de bodem is nadelig, en ik moet dus ook erg veel kompost, mest e.d. toevoegen. Ik blijf benieuwd naar de toekomstige ontwikkelingen. Als uw reuzebamboe dikker en groter is, laat het de redaktie dan weten, wel met foto svp!
Hans Prins (Uit: Bamboe nr 3, 2004)
< vorige volgende >